Laboratoriumonderzoek / Cytologie

Bloedonderzoek

Onze kliniek is uitgerust met de meest moderne bloedanalyse apparatuur die heel veel waardes kan bepalen op een relatief kleine hoeveelheid bloed. Daardoor hebben we snel een uitslag. We kunnen bij zieke patiënten snel bepalen wat de beste volgende stappen zijn. Bij oudere en verzwakte dieren die onder narcose moeten, doen we vaak eerst een bloedonderzoek. Zo weten of de organen nog voldoende functioneren om de narcose middelen op een standaard manier af te breken of dat er beter een speciale aangepaste narcose kan worden gebruikt. Sommige eigenaren kiezen ervoor om bij oudere dieren af en toe een seniorencheck met bloedonderzoek te laten doen.

Cytologische onderzoeken

Ook doen wij in de praktijk cytologische onderzoeken. Dat betekent dat we de cellen bestuderen onder de microscoop. In de praktijk verzamelen we materiaal (bijvoorbeeld oorsmeer, huidafdrukjes of we halen met een dunne naald wat cellen uit een bult). We kleuren de kweekjes met een speciale kleuring en bekijken dat dan onder de microscoop. In het geval van ooruitstrijkjes kunnen we beoordelen of er gisten of bacteriën en bepaalde ontstekingscellen aanwezig zijn. Bij bulten kunnen we kijken kijken of er sprake is van een ontsteking of een tumor. Als het gaat om een tumor kunnen we in veel gevallen al zeggen wat voor type tumor het is en of hij meerdere kenmerken van kwaadaardigheid heeft of eerder een goedaardige indruk geeft. Op basis van de uitslag bepaal je dan de behandeling op maat. 

Wat doen we in onze kliniek

  • Bloedonderzoek – orgaanwaarden zoals nieren en lever, zouten in het bloed en de hoeveelheid rode bloedcellen en witte bloedcellen (dit zijn de ontstekingscellen) en nog veel en veel meer.
  • Titerbepalingen: vooral bij de hond is het interessant om te kijken of er nog voldoende bescherming is voor parvovirus, hondenziekte en infectieuze leverontsteking. Helaas kan er voor de ziekte van Weil (ook wel leptospirose genoemd) niet getiterd worden.
  • huid- / weefsel onderzoek: om gisten, bacteriële ontstekingen, parasitaire infecties, schimmelinfecties en tumoren te diagnosticeren.
  • Urine- en ontlasting onderzoek: urine onderzoek doen we vooral om bacteriële blaasontstekingen uit te sluiten, maar ook om bijvoorbeeld kristallen in de urine op te sporen of te kijken of de urine wel voldoende wordt geconcentreerd. Ontlasting kunnen we met een eenvoudige flotatie techniek nakijken op de aanwezigheid van wormeitjes of op eitjes van eencellige parasieten zoals coccidiose.
  • Microscopisch onderzoek: microscopisch onderzoek kan ook gebruikt worden om bijvoorbeeld te bepalen waar een teefje staat in de cyclus. Al met al is een goede laboratorium microscoop onontbeerlijk.
  • Diverse sneltesten: deze worden veel gebruik voor screening op bepaalde virusziekten zoals FeLV en FIV virus bij de kat en Parvovirus bij de hond. Ook kan op deze manier heel makkelijk een besmetting met de giardia parasiet bij honden met diarree worden aangetoond.